Reptielen van Curaçao:
soorten, namen en gedrag
Er kruipen op de ABC eilanden veel verschillende soorten reptielen rond. Zowel hagedissen als slangen voelen zich er thuis. Het meest tot de verbeelding sprekende hagedis op de eilanden is natuurlijk de leguaan, maar de andere reptielen hier zijn ook uniek.There are many different types of reptiles crawling around on the ABC islands. Both lizards and snakes feel at home there. The most evocative lizard on the islands is of course the iguana, but the other reptiles here are also unique.
Iguana iguana
130 cm/15 inch

Leguaan
De groene leguaan behoort tot een geslacht van plantenetende hagedissen die inheems zijn in de tropische gebieden van het Caribisch gebied. Het is de grootste hagedis in Amerika en hij wordt ook wel de Amerikaanse leguaan genoemd. Je kunt deze statige dieren overal op de eilanden vinden, meestal zonnebadend op de grond of op de takken van bomen. Beten of slagen met de staart komen relatief zelden voor.
De Antilliaanse leguaan is een van de twee Iguana-soorten in de Kleine Antillen en lijkt sterk op de Groene leguaan De Antilliaanse leguaan is ietwat kleiner dan de Groene leguaan. Volwassen dieren wegen tussen de 1,5 – 3kg. De soorten zijn onderling vermengd geraakt waardoor ze moeilijk meer uit elkaar te halen zijn.
Geslachtsrijpe mannetjes krijgen in het voorjaar roze wangen, en kunnen met andere mannetjes strijden om vrouwtjes. Dit gaat gepaard met veel kop knikken, en ze maken zich zo groot mogelijk ten opzichte van de concurrentie.
Vrouwtjes leggen 40 eieren in een nestkamer onder de grond. De fel groene baby leguaantjes zijn overigens prachtig om te zien. Ze voeden zich vaak met bloemen.
Whiptail Lizzard (Cnemidophorus Murinus)
30 cm
De Blauw Blauw, papiaments Blou Blou is een prachtige verschijning in de natuur van Curaçao. Met zijn slanke, elegante lichaam en levendige turquoise kleuren lijkt hij op een snel en wendbaar juweeltje dat door het landschap glijdt. Deze hagedis is bijzonder door zijn actieve gedrag en het vermogen om zich snel over het terrein te verplaatsen, vaak met een karakteristieke snelle ‘whip’-beweging van zijn lange staart. Ze zijn te vinden in droge, rotsachtige gebieden en zijn geweldige jagers, die zich voeden met insecten en kleine ongewervelden. Zijn kleurrijke verschijning en behendigheid maken de whiptail hagedis tot een fascinerend dier om te spotten!
Anolis (Anolis lineatus)
8,5 cm/3,5 inch

Het woord ‘anolis’ komt uit een oude Afrikaanse taal en betekent: "kleine duivel" Anolissen zijn boomhagedissen. Het verschil met andere hagedissen kun je goed zien omdat hun voorpoten langer zijn en ze daarom hun kop wat hoger op kunnen richten. Ze leven in bomen en struiken, maar ook op muren en rotsen, meestal niet erg hoog boven de grond waar ze vooral insecten eten.
De gestreepte anolis is een ondersoort die op Aruba en Curaçao voorkomt en relatief groot is voor een boomhagedis. De mannetjes kunnen een kopromplengte bereiken van 8,5 centimeter. Omdat de staart veel langer is dan de rest van het lichaam kan de totale lichaamslengte oplopen tot 28,5 cm. Het mannetje heeft een prachtige oranje gekleurde keelvag die hij uitzet om een vrouwtje te imponeren en om vijanden op een afstandje te houden. Ze zijn bruin van kleur, maar bij schrik of opwinding kunnen zij ineens veel donkerder worden.
Op Bonaire komt weer een heel ander soort boomhagedis voor. De Bonairiaanse anolis. Deze hagedis komt alleen maar voor op Bonaire en is daarmee endemisch voor het eiland. Het bijzondere is dat deze anolis niet verwant is aan de soort die op Aruba en Curaçao voorkomt en ook niet van Zuid-Amerikaanse oorsprong is. Deze anolis is meer verwant aan de West-Indische soorten. Hij is ietsjes kleiner dan de gestreepte anolis en geelbruin van kleur. Hun keelvlag is flets geel. Deze anolis leeft vooral op de boom, Palu di Brasil (Haematoxylon brasiliensis) ook wel verfhout genoemd. De dieren houden zich verscholen in de diepe groeven van de stam en komen alleen in de vroege ochtend en late middag tevoorschijn
Erythrolamprus triscalis
1 meter/40 inch

De Curaçaose zweepslang is bruin, op de bovenzijde en flanken zijn afwisselende dunne en dikke lichtere tot witte vlekkerige strepen aanwezig, ook de buikzijde is lichter tot wit. Het lichaam is dun.
De Curaçaose zweepslang jaagt overdag voornamelijk op kikkers en hagedissen. Kleinere prooidieren worden levend doorgeslikt, grotere prooien worden eerst gewurgd. Voor een mens is hij totaal ongevaarlijk. Het is een bedreigde diersoort, maar je kan hem regelmatig tegen komen omdat hij vooral overdag actief is.
Geckos (Gekkotan)
until 20 cm/8 inch

Op de eilanden komen verschillende soorten gekko`s voor. Op Curacao heel toepasselijk plakkies genoemd, Gekko's zijn insecten etende nachtdieren en in één oogopslag van andere hagedissen te onderscheiden door een aantal karakteristieke kenmerken.
De ogen van alle gekko's zijn relatief groot, evenals hun poten en vooral de tenen en vingers. Gekko's kunnen van kleur veranderen, al is de kleuromslag nooit zo drastisch als bijvoorbeeld bij kameleons. Veel soorten hebben 's nachts een andere huidskleur dan overdag; vaak is de huid overdag lichter gekleurd en 's nachts donkerde. Gekko’s voeden zich voornamelijk met insecten. Ze maken ook een kenmerkend, fluitend, geluid waarmee ze hun aanwezigheid verraden.
Turnip-tailed gecko (Thecadactylus rapicauda)

De turnip-tailed gecko (Thecadactylus rapicauda) is een opmerkelijke hagedis die te vinden is in de tropische regio’s van het Caribisch gebied, waaronder Curaçao. Deze gecko valt op door zijn karakteristieke dikke, opgezwollen staart, die doet denken aan een radijs, wat de naam “turnip-tailed” verklaart. De staart dient niet alleen als opslagplaats voor vet, maar ook als verdediging: wanneer bedreigd, kan de gecko zijn staart afwerpen om zijn belager af te leiden. Hij heeft een uitstekende camouflage, met een schubbige huid die perfect past bij de schors van bomen en rotsen. Deze gecko is voornamelijk nachtactief en voedt zich met insecten.
Gymnophthalmus lineatus

De mispelslang, ook wel gestreepte brilteju (Kolebra di mispel in het Papiamentu) genoemd, is een fascinerend en enigszins mysterieus dier dat Curaçao's natuur siert. Dit donkerbruine hagedisje heeft een opvallende rode staartpunt en twee lichte longitudinale strepen die over zijn ranke lijfje lopen, wat hem een elegant uiterlijk geeft. Ondanks zijn naam lijkt de mispelslang op het eerste gezicht weinig op een slang, maar hij heeft wel slangenachtige ogen en een slangachtige kop, wat hem zijn naam verleent. Dit schuwe dier leeft een verborgen leven onder dode bladeren, stenen en andere schuilplaatsen, waar hij zich voedt met zijn favoriete maaltje: insecten. De mispelslang is een meester in camouflage en beweegt zich snel en geruisloos door zijn omgeving, waardoor hij vaak onopgemerkt blijft. Dankzij zijn zeldzame verschijning en rustige natuur is het een waar genoegen om deze geheimzinnige hagedis in zijn natuurlijke habitat te spotten.
Geelkopdaggekko (Gonatodes fuscus)

De Gonatodes fuscus, ook wel de bruine Gonatodes genoemd, is een kleine hagedis die veel voorkomt op Curaçao. Hij heeft een slank lichaam en een bruine kleur, die helpt bij het camoufleren tussen rotsen en bladeren. Deze hagedis eet voornamelijk insecten en ongewervelde dieren. Gonatodes fuscus is een uitstekende klimmer en beweegt zich snel, vaak verstoppen achter schors of in kieren wanneer hij bedreigd wordt. Actief overdag, kun je deze hagedis vaak zien zitten op rotsen of stammen. Zijn behendigheid en perfecte camouflage maken hem een fascinerend dier om te spotten in zijn natuurlijke omgeving.
zweepstaart hagedis

Eleutherodactylus johnstonei 3cm/1 inch
Papiaments: Coqui
Fluitkikker
De fluitkikker is een schattig, piepklein kikkertje, (mannetje 2,5 cm en vrouwtje tot 3,5 cm) dat is aangepast aan het bestaan in droge gebieden. Ze eten kleine insecten zoals mieren, pissebedden en spinnetjes en leven in vochtige ruimtes. (Ik vond er eens eentje onder de rand van de wc pot)
Maar al is hij klein, het mannetje laat goed van zich horen. In de vochtige periodes geeft hij `s avonds een fluitconcert dat kilometers ver te horen om vrouwtjes te lokken.
Het vrouwtje legt haar eieren niet in het water maar vaak in bloempotten of vochtige bladeren.
De mannetjes bewaken de eieren.
Het kikkervisje verlaat het ei nooit, maar ondergaat de hele metamorfose in het ei en supersnel!
Bij de meeste kikkers duurt dit proces zo`n 3 maanden, maar de fluitkikker doet het in 3 weken!
Het ei komt dan uit, het lijkt alsof het wegsmelt, en er zit er een volgroeid kikkertje.
Pleurodema brachyops
7cm/2,5 inch
Papiaments: Dori